Huidige politieke verhoudingen.
Traditiegetrouw wordt er in Nederland over het Huis van Oranje niets echt kwalijks gezegd of geschreven.
Het kan ieder bekend zijn dat de Nederlandse minister-president
nog steeds zijn geheime besprekingen voert met het Koninklijke staatshoofd,
Hare Majesteit Koningin Beatrix.
Haar eigengereide optreden, dat doet denken aan dat van haar oma Wilhelmina,
roept soms wel enige kritiek op.
Terwijl de hele wereld protesteert tegen de verkiezing van de neo-nazi
Haider in Oostenrijk, en gesproken wordt van boycot, gaat Zij er ijskoud
heen met vakantie.
Ik hoorde door iemand zeggen in een tv-uitzending in november 2000,
dat de traditie van Oranje is: het opkomen voor de minderheden.
Gek, daar had ik nu niets van gemerkt, maar dat zal wel komen door de bescheidenheid
van de Oranjes, die dat niet aan de grote klok hangen.
Ik merkte echter een andere traditie op.
Koningin Wilhelmina, de 'rijkste vrouw van de wereld', haalde
de Duitse oorlogsmisdadiger Wilhelm II ons land binnen (hoe kwam
hij er anders).
Prinses Juliana trouwde met de voormalige SS'er Bernhard.
Juliana en Bernhard gingen graag op bezoek bij oorlogsmisdadiger
Wilhelm
II.
Prinses Beatrix trouwde met een voormalige Hitler-Junge
uit een nazigezind nest. Later gaat zij als Nederlands koningin
met vakantie in Oostenrijk, dat in opspraak is omdat de neo-nazi Haider
er een grote rol speelt.
Prins Willem Alexander is Olympisch bezig met de voormalige
(?) fascist Samaranche.
Willem Alexander verkiest Maxima, een dochter van een voormalige
minister in een fascistisch regime.
Koningin Beatrix en prins Claus dineren met de voormalige
minister in een fascistisch regime.
(Tussen haakjes, over traditie gesproken, is erfgename Beatrix ook
nog de 'rijkste vrouw van de wereld') ?
Moeten bovenstaande feiten nu als onschuldige toevalligheden
worden opgevat, of moet men er een doelbewuste betekenis aan hechten?
Er lijkt toch wel een zekere traditionele instelling uit te blijken.
De lijst is overigens nog met heel veel andere aan te vullen. Ik heb
ze bijeengezet in een Vaderlands jaartallenlijstje. Dat is op aanvraag
beschikbaar.
De Koning te rijk.
De Koning is onschendbaar.
Dus ondanks veler wens:
wordt misbruik onafwendbaar.
Een Koning is ook maar een mens.
Ter wereld rijkste vrouw
Dat noemt men onze Koningin.
Waarom ziet men nou genau
daar voor Haar verschoning in?
Je (me) maintiendrai, dat geldt
als Oranjes leus.
Eenzaam en alleen, met God en geld
was Wilhelmina's keus.
(Marx schreef Das Kapital.
Wilhelmina had kunnen schrijven: Mijn Kapitaal.)
Actualiteiten.
Op 4 december j.l. maakte het tv-nieuwsprogramma
NOVA
via de schotel bekend, dat een propagandafilmpje voor Ajax in andere
bioscopen dan in Amsterdam en Eindhoven niet kan worden vertoond. Omdat
in
anonieme dreigementen met vernielingen van de betrokken bioscopen
is geschermd.
In januari '01 blijkt in diezelfde tijd in Rotterdam
een toneelvoorstelling over Mahomed te zijn gestopt, omdat Islamieten
hebben
geprotesteerd dat er een vrouw in meespeelde.
Precies door een dergelijk lafhartig
gedogen kwam Hitler in Duitsland
aan de macht.
Zwart schaap tussen oranje schapen.
Zoals hier al elders is vermeld: tijdens de bezetting
collaboreerden de secretarissen-generaal als de officiële
vertegenwoordigers van de Londense Nederlandse regering (in feite Wilhelmina)
met de Duitse burgerlijk bezettings-bestuurder Seyss-Inquart. Dat
moest na de oorlog, en ook nu nog, de doofpot in.
De NSB'er Rost van Tonningen was in mei
'41 Trip opgevolgd als secretaris-generaal van Financiën, en
hij kreeg er ook nog het nieuwe departement Bijzondere Economische Zaken
bij. Rost bleef aan, tot zijn collaboratie door de geallieerde opmars niet
meer mogelijk was. Kort na de bevrijding werd Rost gezelfmoord. Doden kunnen
nu eenmaal niet spreken.
Wie nog wel kan spreken, is zijn weduwe.
Zij geniet een staatspensioen. Zij krijgt dan ook nog de kans om
nazi-
ideeën te spuien. Ongestraft, hoewel het bij de wet verboden
is!
Naar aanleiding daarvan zond ik op 7 december
jl. aan de Orde van Advocaten de volgende e-mail:
"Edelachtbare heren,
Mag ik het volgende - brandende maar in de doofpot
gestopte - vraagstuk aan u voorleggen?
De onschendbaarheid van de Nederlandse
Koning lijkt mij in strijd met, want beperkend voor, de rechten van de
àndere Nederlandse en niet-Nederlandse mensen.
Van te voren bepaalde Grondwettelijke onschendbaarheid
is natuurlijk een provocatie tot (machts)misbruik. Daarvan zijn in het
verleden talrijke voorbeelden te geven, met voor de gemeenschap kwalijke,
zelfs dodelijke gevolgen. Deze voorbeelden van misbruik zijn voor het merendeel
bekend, maar niet of nauwelijks als zodanig opgemerkt en niet erkend door
de Nederlandse historici, de Nederlandse rechtspleging, en dus de Nederlandse
samenleving.
Deze onschendbaarheid wordt nog versterkt door
het begrip majesteitsschennis - dat toch gevoeglijk, nu de mensen
als gelijk geboren worden beschouwd en zijn verklaard - als middeleeuws
kan worden gekenschetst.
Nu is mijn praktische vraag: hoe kan ik als gewoon
burger dit probleem aankaarten, en eventueel gerechtelijk aanhangig maken?
En, nog praktischer, wat brengt dat aan kosten mee?
Anderzijds zag en hoorde ik enige tijd geleden
'Arthur Seyss-Inquart, Marionette des "Führers"', (Eine Produktion
von ORF und 3sat. 2000) de door de Nederlandse staat gepensioneerde weduwe
Florence Rost van Tonningen verklaren, dat Seyss-Inquart
"ein sehr anständiger Mensch" was, en dat "solche Leute"
in Neurenberg veroordeeld zijn en daarna opgehangen of anderszins omgebracht,
dat "ist ein Verbrechen". Want de laatste oorlog was er,
volgens haar, een tussen de joodse vrijmetselarij en het nationaal-socialisme.
Kortgeleden kreeg zij ook nog de gelegenheid fascistoïde uitspraken
te doen in de Nederlandse tv-uitzending Het zwarte schaap.
Ik neem aan dat zulke uitlatingen kunnen worden
opgevat als een aansporen tot het strafbare feit van verbreiding van fascistische
en racistische denkbeelden.
Ook daartegen zou ik wel (persoonlijk) gerechtelijke
stappen willen ondernemen. Hierbij stel ik weer dezelfde praktische vragen:
hoe en wat kost dat?
Ik dank u voor uw aandacht, en ik verwacht graag
uw antwoord."
Daar wacht ik nu nog op.
Aan De Nederlandse schotel-tv BVN/Wereldomroep
zond ik op 10 december in een e-mail onder 'zwart schaap en onschendbaarheid'
bovenstaande tekst, met de toevoeging:
"Bovenstaande tekst is opgenomen in mijn web-site:
http://perso.wanadoo.fr/doofpot.nl/
Nu wil ik een wedje maken dat u mij niet als
zwart schaap zult durven uitnodigen om mijn verhaal te vertellen aan oranje
schapen."
Kleur bekennen.
Voor het eerst is in de USA een 'zwarte' tot minister benoemd. Men heeft
dit 'bleekgezicht' op de tv kunnen aanschouwen, in een zwart kostuum dat
men nu ook rustig wit mag noemen. Dit lijkt een nieuwe vorm van 'black
powell'. De leus blijft: 'The white man on the white place'.
Zo wordt in Nederland oranje voor brandschoon wit aangezien.
Afgeschilderd.
Theo van Gogh, die de befaamde familienaam met zijn praatjes
besmet, hekelt in NRC/Handelsblad van 22.12. j.l. H.J.A. Hofland
en Rudy Kousbroek. (Beiden hebben niet willen antwoorden op door mij aan
hen geschreven brieven over brandbare politieke zaken.)
Van Gogh trapt de wijdopenstaande deur in, waardoor men al sinds mensenheugenis
heeft kunnen zien, dat kunst en kapitaal zo nauw zijn verbonden.
Dat hebben wij al kunnen waarnemen, van Praxiteles, via Da Vinci tot Beethoven
- om maar een greep te nemen. Hun opdrachtgevers waren feodale of religieuze
geldbulkers, van bijvoorbeeld Cleopatra tot Beatrix - 'bien étonnées
de se trouver ensemble'.
De laatste stelde in haar jongste kerstrede, op de traditioneel majesteitelijk
bekakte wijze, vooral haar eigen familieleed ten toon. Misschien heeft
de brave Claus zijn narigheden wel opgelopen toen hij, als lid van een
Totenkopf-regiment,
in de 'afdeling Sturmgeschütze' vocht aan het Noord-Italiaanse
front. Het is natuurlijk zielig, maar er is wel zieliger te vinden.
Ook moest door HM de praktijk van het leven even worden geëerd.
Zoals haar oma vanuit Londen in haar eerste radiorede tot het Nederlandse
volk sprak van "de heiligste goederen" (in plaats het heiligste goed),
zo heeft Beatrix het over "een uitdaging tot handelen in de wereld van
vandaag". Daarbij zal, net als toen, het handelen in olie niet zijn vergeten.
Het door Haar gepropageerde verzetten tegen onrecht en liefdelóósheid
(in plaats van liefdeloosheid), zal niet gelden voor de bevolking
van het olierijke Nigeria. Daar zal haar wens van "hoop, geloof
en liefde" loos zijn.
Mèt bovengenoemde geldbulkers predikt Van Gogh in zijn slotzin:
"Commercie is de reddende engel van de wereld." Halleluja, amen.
De door Van Gogh zo verguisde Hofland, die het Hof zo graag
het hof maakt, doet in hetzelfde nummer van de NRC/Handelsblad ook
een duit in het zakje. Onder de titel 'Even slikken, even wennen', doet
hij een schijnaanval op de Nederlandse handelsgeest. Omdat de symbolen
van Nederlandse burgerlijkheid: Libelle, Nieuwe Revue, Margriet en Panorama
te koop staan. Hofland besluit: "Op Decima moesten de Hollandse kooplieden
van de Japanners op de bijbel spugen voor ze mochten handelen. Holland
annexeert zichzelf, zei Bismarck. Holland stik dan in je centen, in je
kaas en in je krenten, dichtte Willem Elsschot. De vrije markt is de grootste
vijand van het vrije woord, heb ik een poosje geleden geschreven, tot boosheid
van velen. Neem een baantje bij de VNU." Zo besluit Hofland.
Dit is een schijnaanval, want andere handelszaken worden door hem niet
aangeboord. Wanneer ik Hofland vraag om daar eens over te schrijven, en
om man en paard, of vrouw en koets, nu eens te noemen, doet hij er hoffelijk
het zwijgen toe. Dat in Nederland bij de Grondwet is vastgesteld dat de
koning(in) onschendbaar is, dat de officieren haar trouw moeten zweren,
dat zij stierven en eventueel zullen sterven voor Koningin en Vaderland,
in plaats van voor vrijheid en rechtvaardigheid, lijkt mij als het spugen
op de toch al zo besmette democratie.
Met het publiceren van zulke tegenstrijdige meningen houdt ook NRC/Handelsblad
zijn betalende lezertjes in het gareel. Ieder is tevreden met het aan hèm
gerichte aandeel uit deze journalistieke gaarkeuken-pot-nat. Zo houden
de 'multinationals', net als het Nazidom, dank zij een handjevol meelopende
doordravers, de hele boel in bedwang.
Daar het mijn bedoeling is, om door het publiceren van mijn opvatting
van het Englandspiel ook tegen de huidige voortzetting daarvan verzet te
plegen, wil ik hier nog een andere onthulling oprakelen.
Ander 'telegraaf'-verkeer, andere valse voorlichting.
In het kader van bovengenoemde massa-indoctrinatie is het interessant
het volgende te vernemen. Hieruit blijkt dat de valse voorlichting
van tijdens de oorlog nog zijn echo's vindt in de huidige waardering van
bepaalde kranten tijdens de bezetting, zoals bijvoorbeeld De Telegraaf.
Het algemeen gangbare oordeel was en is, dat deze krant de meest Duits
gezinde en collaborerende was.
Deze fabel is de wereld ingebracht door Gerrit Jan Van Heuven Goedhart.
Dat was een handige, maar ook vals spelende jongen. Het begint al bij zijn
naam; dat Van Heuven heeft hij er eens bij gekocht.
In de dertiger jaren was hij hoofdredacteur bij De Telegraaf
- waarin hij schreef, dat Hitler in de verkiezingsstrijd een motorische
kracht was zoals slechts weinigen - en daarna van het Utrechts Nieuwsblad.
De journalist H.A. Lunshof zou hierover in 1950 een boekje open
doen, getiteld: Vlag Halfstok, Een stu-die in Onrecht. Hij vermeldt
daarin o.a.:
"Ook met het dagblad 'De Telegraaf' is een Englandspiel gespeeld."
"Men was bang, dat een herrezen onafhankelijke 'Telegraaf' deze allernieuwste
(naoorlogse) tijd, dit feest van onwaarachtigheid, niet goed gezind zou
zijn. Daarom moest hij uit de weg geruimd worden."
Hier kan worden opgemerkt, dat dit ook al was getracht in de Duitse
bezettingstijd. Toen leurde men ook met de nieuwe tijd. Lunshof laat weten:
"In 1942 deden de hoofdredacteuren van de Arbeiderspers,
van het Algemeen Handelsblad en van het Nationale Dagblad,
respectievelijk de heren S.S. Hoogterp, drs. W. Goedhuys,
en Joh. Raatgever, het-zelfde, wat in 1946 en '47 hoofdredacteuren
van zekere kranten in bevrijd Nederland deden, zij rekwestreerden. Zij
rekwestreerden in '42 aan Mussert met een klacht, over de anti-nationaal-socialistische
politiek van 'De Telegraaf'."
De drie hoofdredacteuren beklaagden zich als volgt: 'Sedert het doorbreken
der nationaal-socialistische revolutie heeft de pers in Nederland een positief
voorlichtende taak gekregen. De grote bladen zijn niet meer uitsluitend
commerciële ondernemingen, welke schrijven wat de lezer het liefste
is, maar zij zijn organen van openbaar nut geworden, die, ieder
op hun eigen gebied, voor hun lezerskring één zelfde plicht
hebben, het Nederlandse volk te brengen tot aanvaarding der nationaal-socialistische
levens-houding. De pers zal deze taak echter slechts kunnen vervullen,
indien zij een gesloten front vormt. En indien zich niet in haar rij leden
bevinden, welke slechts schoorvoetend de nieuwe wegen gaan. Want het publiek,
dat altijd de lijn van de minste weerstand volgt (toen, zoals vandaag,
CD), zal zich dan steeds tot die bladen wenden, waarin de minste nationaal-socialistische
voorlichting te vinden is, waardoor de taak der positief schrijvende bladen
onmogelijk wordt gemaakt. De toestand der Nederlandse pers is thans, in
1942, aldus:
Tegenover de positief schrijvende grote bladen, met daarachter vermelde
abonné-cijfer:
Het 'Nationale Dagblad' 25.000
Het 'Algemeen Handelsblad' 40.000
De 'Nieuwe Rotterdamse Courant' 26.000.
staat de nog steeds saboterende 'Telegraaf' met
80.000 abonné's.
Tegenover de Arbeiderspers (tot voor kort 84.000, thans weer 100.000
abonné's) staat 'Het nieuws van de Dag' met het voor Nederland fantastische
cijfer van 350.000.
Het psychologisch effect van het feit, dat een groot blad als 'De
Telegraaf' zich nog altijd veroorloven kan anti-nationaal-socialistische
en anti-Duitse politiek te voeren, is ernstig. De houding van 'De Telegraaf'
en het 'Nieuws van de Dag' is een zeer ernstige rem voor het nationaal-socialistische
ontwaken van Nederland.
Samenvattend kan worden geconstateerd, dat de politiek, welke 'De Telegraaf'
doelbewust voert, speculeert op de behoudende elementen in Nederland, welke
op een Engelse overwinning en op de terugkeer van het oude hopen (de hoofdredacteur
Goedemans
verklaarde een half jaar na de (mei!)oorlog aan één der ondergetekenden:
'Ik hoop natuurlijk van harte, dat de Koningin terugkomt'). Opgemerkt
moet worden, dat 'De Telegraaf' ook thans dezelfde politiek voert tegen
het Nederlandse belang als in de vorige oorlog, waaraan ten spoedigste
een eind dient te worden gemaakt.'
Tot zover de protesten tegen de niet voldoend collaborerende Telegraaf.
Om dit verhaal wat af te ronden, leze men wat in dit verband Lunshof
nog verder heeft vermeld.
Over de onteigening van De Telegraaf zijn telegrammen
tussen bezet gebied en Londen over en weer gestuurd. Op de conferentie
in Genève heeft de daarbij betrokken minister Van Heuven Goedhart
voor-gesteld "het publiceren van geheime stukken te bestraffen." Was het
uit "Angst, dat men de telegrammen eens op tafel zou gooien, waarmee hij
de illegaliteit bewerkte en voorbereidingen trof voor de confiscatie van
'De Telegraaf'?
De rol van Van Heuven Goedhart van het illegale Het Parool
lijkt niet al te fraai te zijn geweest. Wij herinneren hier enkele andere
bijzonderheden.
De gebeurtenissen rond Wiardi Beckman, Goedhart en Pasdeloup
waren, in het voorjaar van '42, het begin van de verwijdering tussen de
oprichters van Het Parool, waarvan Pieter 't Hoen (pseudoniem van
Frans Goedhart) als enige zodanig in de kop werd vermeld. Die oprichters
waren behalve Goedhart: Lex Althoff, Vorrink en mr. Warendorf.
Goedhart had hierin een zeer groot aandeel. Het drukken en verspreiden
kwam voor een goed deel op de schouders van Vorrink en zijn SDAP. Ook met
Van Heuven Goedhart was er zeer nauw contact.
In 'Het Englandspiel volgens Poos en Slagter'
brengen deze V-mannen na de oorlog het volgende licht: "Frans Goedhart
heeft uiteindelijk, ten koste van de gehele onderneming, zijn zin weten
door te drijven en daardoor is het mogelijk geworden, dat de Duitsers het
zo gewraakte Englandspiel konden beginnen en opbouwen (dit is dus
nog weer een àndere aanwijzing voor het begin van het 'Spiel').
Dit zou niet mogelijk geweest zijn, indien Frans Goedhart naar goede raad
had willen luisteren of tot dat hout had behoord waaruit men helden snijdt".
Zij voegen er nog aan toe, dat Goedhart in Engeland Het Parool zou hebben
willen laten drukken en door vliegtuigen laten uitgooien. Wiardi Beckman
en Vorrink waren daar tegen.
Nog iets anders: Van Heuven Goedhart stond in relatie met Meyer
'Schwencke' (die weer een vertrouwensman van Englandspiel-leider
Schreieder
was)
- en diens broer Meyer, die bij de Parool-groep was geïntroduceerd.
Van Heuven Goedhart zou met hulp van Meyer 'Schwencke' naar Engeland
komen. Vier weken na zijn aankomst in Londen, op 12 juli '44, werd
Van Heuven Goedhart door koningin Wilhelmina benoemd tot minister
van
Justitie...
Het is in een van de gebouwen van de al van vóór de oorlog
als antisemitische bekend zijn de schend-schrijver, Meyer Schwencke,
tijdens de bezetting zwaar collaborende uitgever van o.a. de SS-instructieboeken,
dat Het Parool zich na de 'bevrijding' heeft gevestigd.
Door al dit smerige geknoei liepen de bona fide verzetslieden die meewerkten
aan Het Parool natuurlijk extra grote kansen om aan de Duitsers
te worden verraden. Dat zou dan ook blijken toen er een groep van hen ter
dood zou worden veroordeeld en gebracht - terwijl Frans Goedhart daarbij
wonderbaarlijk zou worden uitgesloten, en nog wonderbaarlijker aan zijn
bewakers zou kunnen ontsnappen...
Wilhelmina en het verzet.
In het laatste nummer van Kontakt (het tijdschrift van nfr/vvn-expoge,
december 2000) staat een artikel van Bas Groeneweg, waarin sprake is van
een proclamatie van koningin Wilhelmina op 13 mei 1940, waarin zij
het Nederlandse volk opriep tot "moed, volhouden en verzet."
Zij besloot met de woorden: 'Het Nederlandse grondgebied zowel in Europa
als in Oost- en West-Indië, blijft een soevereine staat die zijn stem
als volwaardig lid der statengemeenschap zal blijven laten horen. Ik en
mijn regering zullen ook thans onze plicht doen. Doet gij de uwe, overal
en in alle omstandigheden, ieder op de plaats, waarop hij is gesteld, met
de uiterste waakzaamheid en met de innerlijke rust, waartoe een rein geweten
in staat stelt."
Ik zie daarin geen woord over verzet.
Wij hebben hier dan ook te maken met geschiedvervalsing en met een
'Stalinistische' verafgoding van koningin Wilhelmina.
Deze rede, een met Wilhelmina gecorrigeerde tekst van minster Van
Kleffens, werd in feite op 14 mei door een omroeper voorgelezen.
Er werd ook in gezegd: "Daar waar de overweldiger heerst, moeten de plaatselijke
burgerlijke
overheden alles blijven doen wat in het belang der bevolking nuttig
kan zijn, en in de eerste plaats medewerken (collaboreren)
tot
het bewaren van orde en rust."
Minister-president De Geer zou op 20 mei de ambtenaren zelfs
nog aanbevelen "zo goed mogelijk met de Duitse autoriteiten samen te werken".
De oproep van 18 juni van de Franse rebellerende generaal De
Gaulle liet een ander geluid horen.
"Aan alle Fransen.
Frankrijk heeft een veldslag verloren!
Maar Frankrijk heeft de oorlog niet verloren!
Toevallige regeerders hebben kunnen capituleren, paniek zaaiend, de
eer vergetend, het land overleverend aan de dienstbaarheid. Maar niets
is verloren!
Niets is verloren, want deze oorlog is een wereldoorlog. In de vrije
ruimte zijn onmetelijke krachten nog niet ingezet. Op een dag zullen die
krachten de vijand verpletteren. Die dag moet Frankrijk aanwezig zijn bij
de victorie. Dan zal zij haar vrijheid en haar grootheid hebben herwonnen.
Dàt is mijn doel, mijn enige doel!
Daarom vraag ik alle Fransen, waar zij zich ook bevinden, om zich te
verenigen met mij in de actie, in de opoffering en in de hoop.
Ons vaderland is in levensgevaar. Laten wij allen strijden om haar
te redden!
Leve Frankrijk!"
De heer Groeneweg vermeldt verder oa. dat op 28 november 1987 in Den
Haag tegenover het Paleis Noordeinde een standbeeld van Wilhelmina
werd onthuld. Hij besluit zijn artikel met een persoonlijke noot. (Het
was niet als voormalig verzetsstrijder, of zelfs als Oranje-aanbidder,
maar:) "Als divisie-directeur van een industrie- en handelsmaatschappij
had de schrijver van dit artikel de eer de aanleg van dit monument te mogen
realiseren."
Zaken zijn zaken!
Turkije en genocide van de Armeniërs.
De Franse regering heeft op 18 januari 2001
de
genocide van de Armeniërs door de Turken officieel erkend.
Andere landen, zoals de USA, hebben die genocide wel opgemerkt, maar niet
officieel als zodanig erkend.
Deze misdaad vond plaats van 1915 tot
1917,
toen al eerder het Ottomaanse Rijk, het danmalige ver uit zijn grenzen
gegroeide Turkije, behalve uitgestrekte zuidelijker gelegen gebieden, oa.
ook Bulgarije, Griekenland en Armenië had bezet. Het ottomaanse
Rijk streed in de Eerste Wereldoorlog, '14-'18, aan de zijde van Duitsland.
Verschillende van de door de Turken bezette volken, w.o. de Armeniërs,
trachtten van de gelegenheid gebruik te maken om het Turkse juk af te schudden.
Dat werd door de Turken bestraft met de uitroeiing van 1,5 miljoen
Armeniërs en de deportatie van veel anderen naar het zuidelijk
deel van het Rijk.
Na de Duits-Turkse nederlaag van 1918 werd het
Ottomaanse Rijk ontmanteld. De latere Turkse regeringen dragen dus geen
verantwoordelijkheid voor die genocide.
De huidige regering van Turkije - waar
nog geen democratie heerst - heeft nu, na de Franse erkenning van de genocide,
haar ambassadeur uit Frankrijk teruggeroepen - waarmee nogmaals wordt bevestigd
dat ook de huidige Turkse regering deze genocide nog niet erkent. Toegegeven
wordt slechts, dat 200.000 Armeniërs het slachtoffer waren geworden
van een gerechtvaardigde repressie van de opstand.
Een vergelijking kan worden gemaakt. De huidige
Duitse regering is ook niet verantwoordelijk voor de Holocaust.
Niettemin hebben de naoorlogse Duitse regeringen die Holocaust erkend,
en gelijk daarmee de schuld van de danmalige Duitse (Nazi-)regering, en
zelfs van het Duits volk.
Zomin als de huidige Turkse regering de schuld
van haar regering en volk in de genocide heeft willen erkennen, zomin heeft
de huidige
Nederlandse regering ooit 'alleen maar' haar regeringsschuld
in het Englandspiel
willen erkennen. Het Nederlandse volk droeg daarin als zodanig niet de
minste schuld.
Het Lybische balletje in de Amerikaanse goocheldoos.
De Lockerbie-affaire, die op 21 december
'88 ontstond met het neerstorten van een Pan Am-vliegtuig ten gevolge van
een bomaanslag, heeft eind januari 2001 in Den Haag zijn 'besluit' gevonden.
De internationale goegemeente, en de media slikken dit.
In Vrij Nederland werd echter op 29 april 2000
onder de titel 'Het Lybische balletje in de Amerikaanse goocheldoos'
het
volgende geschreven.
De Palestijnen Jibril en Khreesat
bleken
bij de aanslag betrokken te zijn. Ahmed Jibril was de leider van het Volksfront
voor de bevrijding van Palestina, Khreesat was zijn bommenspecialist. Na
een onderzoek kwamen vier van de vijf bommen van Khreesat boven water;
"de zesde moet die van de Pan Am zijn."
Op 11 mei '89 bevestigde een anonieme FBI-functionaris
de betrokkenheid van de beweging van Jibril.
De oud-medewerker van de Israëlische Mossad
Juval Aviv, de directeur van het detectivebureau Interfor, dat door Pan
Am was ingeschakeld, ontdekte het bestaan van een drugslijn tussen
het Midden-Oosten, Duitsland en de USA, geëxploiteerd met medeweten
van de CIA. De heroïne was afkomstig van de Syrische
drugs- en wapenhandelaar Mozer Al-Kassar. Die speelde in 1985 en '86 een
rol bij de heimelijke leverantie van wapens door de USA aan Iran (Irangate).
Een op eigen houtje opererend team van de CIA zou al-Kassar beschermen,
onder de code-naam operatie-Corea, als hij ze op de hoogte zou houden van
het lot van Amerikaanse en Britse gijzelaars, onder wie Terry Waite, vastgehouden
in Libanon door Iran gefinancierde Hezbollah-strijders. Al-Kassar onderhield
ook betrekkingen met de geheime dienst van Syrië, dat in Libanon de
lakens uitdeelde. Zijn vrouw was familie van president Assad van Syrië.
Juval Aviv ontdekte dat drugskoeriers van al-Kassar op de luchthaven van
Frankfurt een onschuldige koffer incheckten voor naar de USA. Turkse medeplichtigen
verwisselden hem voor een met een paar kilo heroïne. "De CIA stond
erbij en keek ernaar."
Ook Jibril had lucht gekregen van deze
smokkelroute
van
Al-Kassar. Hij wilde een bom laten meeliften in een door de CIA
beschermde heroïnekoffer. Door 'extremistische Turken' op de bagageafdeling
werd dat verzorgd, een ook omgekomen nietsvermoedende Libanese Amerikaan
Khalid Jafaar uit Detroit had als Trojaans paard gediend. De Amerikaanse
overheid liet (en laat) niets los over de operatie-Corea uit 'staatsveiligheid'.
Lester Coleman, voormalig lid van de Amerikaanse
Defence Intelligence Agency (DIA) kende Jafaar toen die bij de
Drugs
Enforcement Administration op Cyprus was, en als informant/infiltrant
betrokken was bij heroïnetransporten naar de USA, in samenwerking
van de DEA met de CIA.
De republikeinse regering van George Bush
zag een "monsterachtig groot schandaal op zich afkomen".
Vrij Nederland schreef: "Het ziet ernaar uit
dat de verdediging van de Libische verdachten straks geen bom nodig heeft
om de Schotse aanklacht op te blazen." Ik schreef aan VN: Dat blijft
nog de vraag... op 2 mei 2000.
Dat is nu gebleken. Toevallig is nu de zoon van
Bush president van de USA...
Barbertje moet hangen. De 'dader' heeft nu levenslang
gekregen. Net zoals Van der Waals als de schuldige van het Englandspiel
werd
veroordeeld. Maar, net als toen: wie de opdracht gaf is niet uit
de bus gekomen!
Onderwijl is Al Amin Megrahi, die de bom maakte,
veroordeeld tot levenslang, en Fhimah vrijgesproken. Op 4 februari zou
Khadafi met bewijzen komen voor hun onschuldigheid, en de werkelijk schuldigen
aanwijzen. Maar er kwam niets van.
Bush heeft,
voorzichtig en sussend, verklaard geen stappen tegen Lybië te zullen
ondernemen.
Multinationale belangeloosheid.
Shell, Philips en Unilever.
Kortgeleden werden de kolossale winsten van
Shell, Philips en Unilever in de Nederlandse media breed
uitgemeten.
In een oorlog speelt de economie natuurlijk
ook een rolletje. Er is dan ook bij de Nederlandse regering te Londen,
die wordt overheerst door koningin Wilhelmina, 'de rijkste vrouw
van de wereld', voorjaar 1943, sprake van een Inlichtingendienst
Economische Zaken. Minister Kerstens heeft er sterk op aangedrongen.
Hier komt Springer, de naar Londen gestuurde
boodschapper van Vorrink, aan bod. Springer, aanvankelijk gezien
als 'foute koerier', heeft er een plan voor moeten opmaken. Maar het is
gestrand in de Ministerraad. "Door toedoen van de heren Lovink en Warners,
zelfs schriftelijk." Omdat naast het Bureau Inlichtingen met
Somer
(dat al onder toezicht staat van Wilhelmina en Bernhard)
geen economisch inlichtingenbureau nodig leek.
Men zit daarom nog niet in nood in Londen.
In 1942 (als de Duitse eindoverwinning
nog in het verschiet lijkt te liggen) is door minister Van den Broek ingesteld
de Industriële Advies Commissie, voor het herstel van
de industrie. Daarin zitten "kopstukken van de grote concerns met
hun adviseurs". Maar Springer heeft "niets gemerkt van een politiek drijven
van deze mensen, die zich vrijwillig ter beschikking hadden gesteld." Dat
stelt Springer vast, die lid is van deze commissie, en die zijn positie
aan koningin Wilhelmina te danken heeft.
Behalve lid van de Industriële Advies
Commissie is Springer, tot 1944, ook waarnemend chef van de Afdeling
Nijverheid van het Departement van Economische Zaken.
Op een zeker ogenblik krijgt Springer de mededeling
van de minister, dat hij uit de commissie moet. De Departementsambtenaren
mogen er geen deel meer van uitmaken.
Men kan ook opmerken, dat nu aan die Industriële
Advies Commissie de vrije hand wordt gelaten, zonder ambtenaarlijke
pottenkijker.
PEC-voorzitter Donker vindt dat dit het
bewijs is "dat de Regering van die initiatieven, die uit die richting
kwamen, niet veel wilde weten". Waarmee hij het weer eens verdoezelend
formuleert. Want Springer verklaart juist, dat de reden voor de weerstand
bij het Kabinet (hij laat dus de koningin er buiten) "was
een soort angst voor de concerns." "Het was een angst, voortkomend uit
het Kabinet (dus niet van de Regering: Kabinet plus koningin) voor
een politiek, die gedreven zou kunnen worden door de grote concerns."
Niet zonder betekenis lijkt hier het verband
met de Woltersom-commissie.
Die had voor bezet Nederland al in de zomer
van '41 van de Londense Regering, bij monde van Van Haersma de With,
als plaatsvervanger van de gezant in Bern, de goedkeuring gekregen
voor zijn collaboratie als lid van de "Siebenerausschuss,
die regelmatig de Reichskommissar en zijn Generalkommissar für
Finanz und Wirtschaft moet adviseren, en vervolgens van een tweede
commissie die het gehele bedrijfsleven dient te reorganiseren volgens
het Duitse model". Ook de secretarissen-generaal Snouck Hurgronje
en Hirschfeld kregen bij die gelegenheid ook absolutie en aanmoediging
voor hun collaboratie. Woltersom zal volhouden dat de Regering
'de koningin dus, achter hem stond; er werd zelfs rondverteld dat
hij daaromtrent een schriftelijk bewijsstuk in een kluis had liggen."
Zo werkt dus Woltersom als voorzitter van de
Organisatiecommissie
voor het Bedrijfsleven in het bezette Nederland. En ook in Londen is
het 'bedrijfsleven' actief.
"Maatschappijen als (Koninklijke/)Shell,
Unilever
en Philips hadden de beschikking over een zeer grote kern goede
deskundigen, die wij voor de gedetailleerde industriezaken, zoals
de ramingen, hard nodig hadden. Wij zaten met leken en dilettanten. De
grote Nederlandse (of multinationale?) ondernemingen waren steeds
bereid haar deskundigen con amore ter beschikking te stellen om de Nederlandse
zaak te dienen." Zo stelt niettemin de ietwat naïeve Springer
vast.
Langs de 'Zwitserse weg' zullen Wilhelmina
en de Regering contact hebben met bezet Nederland. Philips'
directie-secretaris De Graaf die, in alle eer en deugd, al sinds
1933 kind aan huis is bij de Gestapo, zal daarin een rol
spelen.
Nadat op 21 maart '42 de Buitengewone Raad
van Advies is opgericht, keren gematigde linkse figuren zich daartegen
en vormen het Comité van Actie tegen het Neo-Fascisme.
Men ziet die Raad als een semi-fascistisch model voor na-oorlogse staatsinrichting.
In Londen is ook sprake van 'Oranjefascisme'.
Genoemde Van Haersma de With, die ook
aan die Zwitserse weg timmert, zal in 1943 uit Zwitserland naar
Londen komen en secretaris-generaal worden bij Gerbrandy...
Deze Londense oorlogs-, bezettings- en collaboratiegeschiedenis
kan gevoeglijk in verband worden gebracht met de hierboven genoemde kolossale
winsten
van de door Springer genoemde "maatschappijen als ('Koninkijke'/)Shell,
Philips
en
Unilever.
Ik zond daarover op 9 februari jl. de volgende
e-mail aan de Nederlandse schotel-tv: 'studio nl' en 'NOS-journaal'.
"Geachte beste mensen,
Naar aanleiding van de winsten van o.a. Shell
wil ik graag de volgende vragen stellen - en er een antwoord op verwachten:
- Waarom wordt steeds de Shell niet aangeduid
als 'Koninklijke'/Shell. Heet die niet eigenlijk zo?
Als ik het wel heb, komen de winsten ten goede
aan de aandeelhouders.
- Behoort het Huis van Oranje niet tot
die aandeelhouders?
Was voor de oorlog koningin Wilhelmina
niet, mede daardoor, de 'rijkste vrouw van de wereld'?
Hoe staat het nu met koningin Beatrix?
Als Het Huis van Oranje maar één % van de aandelen zou bezitten,
dan betekent dat al 300 miljoen winst voor het jaar 2000.
- Zouden daardoor de 'zuiver' Nederlandse
belangen en de 'zuiver' Oranjebelangen wel eens kunnen worden
verward of verwisseld?
Toekomstig Philips-president Kleisterlee, iemand
"die direct communiceert", verklaart lachend van pret: "U komt zo weinig
mogelijk te weten als ik maar enigszins kan bereiken."
- Kunnen wij er van uitgaan dat ook de 'Koninklijke'/Shell
president Van der Veer zo'n instelling heeft?
- Ligt hier niet een taak voor de Nederlandse
media, om wat meer klaarheid te brengen?
Het lijkt ook koren op de molen te kunnen zijn
voor de geschiedenisleraren die vinden: de "ontwikkeling van het historisch
besef is belangrijk"
Dank voor uw aandacht. Ontvangt mijn vriendelijke
groeten."
Ik kreeg (natuurlijk) geen antwoord.
Onderwijl kwam het goede nieuws, dat de grote concurrent van de 'Koninklijke'/Shell, Exxon/Mobil,de General Motors Corporation zullen overtreffen als grootste USA-onderneming. De CO2 uitstoot is zo dus voor de komende jaren goed verzekerd.
Schijnheiligheid.
Nederland steekt in schijnheiligheid de USA naar
de kroon. Voor de godsdienstigheid wordt door beiden op het geld, het zg.
'slijk der aarde', reclame gemaakt. Ook op de 2-Euro-munt zal de integristische
propagandistische kreet GOD ZIJ MET ONS weer verschijnen
- wat toch als een aanfluiting van de agnostische of atheïstische
helft van de Nederlanders kan worden beschouwd. Maar geen haan die er naar
kraait.
De graag geroemde Nederlandse nuchterheid
blijkt
een wassen neus te zijn.
Op tal van gebieden kan men in het modegevoelige
Nederland danig uit de band springen. Van de Calvinistische onverdraagzaamheid,
via de indertijd tot de spits gedreven minirokkenmode, via de gedurige
Oranjegekte, tot de 'dat klopt'-manie en de wijdverbreide ejgejlijke ej-uitspraak
- vroeger als 'Goois' aangeduid. Het lijkt niemand te hinderen.
De taal is vaak onthullend voor de invloed van
het geloof. Zo zegt men vaak, ook in andere talen, 'ik geloof, dat' - terwijl
een nuchter mens beter doet te zeggen: 'ik denk dat'.
Dat het moeilijk blijkt geloven en denken te
scheiden bewees de, ook Haagse, Descartes.
Die schreef: "Om de waarheid te bereiken, moet
men eens in zijn leven zich ontdoen van alle denkbeelden die men heeft
ontvangen, en vanaf de grondvesten, (van) alle systemen van zijn verworvenheden."
Het lukte hem niet, want Descartes "ondekte toen
de waarheid van zijn eigen bestaan en het bestaan van God. Hij kwam tot
de conclusie: 'Ik denk, dus ik ben' - en niet 'Ik geloof, dus ik
ben'. Terwijl hij dat eigenlijk bedoelde!